De industriesneeuw is gevallen.
Het land ligt braak. Verstijfd.
Uitgestrekt als een overreden kat.
Uit een schouw spreekt verveling:
rookpluimen hebben niets te melden.
Geen bezoek vandaag.
In de voortuin draaft een bronzen stier
op preventief afgereden gras.
De auto’s staan op stal.
Winterharde honden bewaken hun traliewerk.
De schrikdraad, gespannen.
Binnen is het kanaalzwemmen op tv,
comakijken naar de wandklok.
De rolluiken zakken lang voor het donker is.