Hun leeftijd is een briefgeheim
dat zich niet raden laat. Onaangekondigd
nestelen ze zich in schilfers, huid
en haarlokken, schrijven ze zich in voor later.
Ze missen een mild geweten,
hun rechtspraak kent geen grenzen.
Loyaal blijf ik zoeken naar hun licht
ook al komen ze langs de achterdeur
zonder aan te kloppen,
grijpen ze je beste vriend,
etsen ze zijn aders dicht.
Als ze straks inslapen
kondig ik een stakingsactie aan.
II
Ze draven in mijn voetspoor,
blazen warm en koud tegelijk.
Ze blijven mijnenveld,
voetbalveld en strooiweide.
Ik wil ze verschalken, hun geheime loop
doorgronden. Ik ga ze te lijf en wieg ze.
Herken ze aan de hergeboorte
van oktober, groeiringen
die de tel zijn kwijtgeraakt.
Ze volgen elkaar op
in nakende verjaardagen,
in huwelijken die verwelken.
Uitstel is de regel.