hij is de transparante huid op de hare
een pokkig vel van vilein fluweel
een haard van besmette klank
slijm uit zijn ongewassen mond
hij tegendraads gelijkaardig
op de eigen wijze van een man
die klank kneedt als krentenbrood
borsten te groot voor één hand
hij tast naar onzichtbare levens
verdroogde stelen van gevallen sterren
in de wolkenmat tussen haar benen
lees het handgemeen tussen hem en haar
stroperige strijdlust tong tegen tong
raadsels kaatsen vanuit de huig
muilkorf
van verstilde macht
voorpublicatie: Schetsboek