het bleef donker achter de ramen
we drukten ons oor tegen de parlofoon
– verwachtten wij de zee te horen, die onvermoeibare zee? –
het bleef stil, we liepen de straat op
keerden op onze stappen terug
scheurden een bladzijde uit de agenda
en schreven: we kwamen om goed nieuws
heb je dat?
je mailde dat er nog boeken zijn
concerten, musea, reizen
rolstoelen, pijnstillers
op de bijsluiter
plotse onverklaarbare dood
een nevenverschijnsel
we moesten het maar opnieuw proberen