In gesprek met Dinie Sophie Fintelman
Over de ezel, de egel en een vrouw die omziet.
Dag Dinie
Je hoort de vraag wel eens in zakelijke kennismakingsgesprekken.
Hoe zou je jezelf omschrijven in drie kernwoorden en waarom?
Vrouw
Vechter
Vrijheid
Drie V’s, mooie alliteratie. Toch.
De vrouw die gevochten heeft (vecht) om niet aan verwachtende patronen te moeten/hoeven voldoen. Vrij mag/kan zijn.
In de toren van Babel zong iedereen zoals hij gebekt was.
Spreek verstandige taal tegen een gek en hij verklaart u voor gek, zei Euripides.
Wat betekent taal voor jou persoonlijk? Vanaf wanneer wordt taal poëzie?
Taal is communicatie. Samenspraak is beweging. Dan gebeurt er iets en kun je groeien.
Als kind las ik veel en snel. Er was herkenning van wat ik ervoer; mogelijkheden werden aangereikt. De wereld werd opeens een stuk groter. Dit geldt nu nog. Lezen verrijkt.
Poëzie gaat een stap verder. Poëzie verrast, emotioneert, is esthetisch, polyinterpretabel en niet vrijblijvend. In het beste geval laat poëzie je op een nieuwe manier naar de werkelijkheid kijken. Daarnaast is het voor mij een vorm van expressie. Schrijven is een “boodschap” verwoorden die niet in dagelijkse taal te vatten is. En dan maar hopen dat je de lezer bereikt.
We lichten drie gedichten uit jouw jongste bundel ‘Groene glans’.
In Alsof lezen we ‘ik zou van alles kunnen zijn’. Een model dat sneakers draagt, een tedere robot, een gebarentolk enz … maar je bent gewoon de vrouw die omziet naar haar man?
Je hoort wel vaker over het verlangen naar de metamorfose. Iemand anders willen zijn. Maar jij maakt er hooguit een veronderstelling van. Het zou kunnen maar je bent het niet en daarmee uit? Of hoe heb je het bedoeld?
Dit is een gedicht bij een schilderij van Edward Hopper. Het gaat niet om de vrouw die omziet naar haar man. Ze ziet om naar de man. Omzien betekent in deze context kijken. Kijken naar de man aan tafel die een krant leest. De man die zich verdiept in de zakelijke verslaggeving van de dag. Zij zou van alles kunnen zijn maar raakt zacht en terloops de toon. De toon als metafoor; even raakt ze vluchtig en zacht wat kwetsbaar is maar wel precies dat wat er toe doet.
Het isolement, dat zo kenmerkend is voor het werk van Hopper, heb ik proberen te verwoorden door de verschillende innerlijke werelden van de man en de ik. Hij verdiept zich in de “werkelijkheid” en de ik stelt zich voor wat mogelijk zou kunnen zijn. Hij zakelijk, de ik poëtisch.
Aan het slot van het gedicht langs kreken schrijf je
ik begin mezelf te herkennen in deemoed en geduld, in koppigheid
ga over verharde paden, ontwijk geen tegenvoeters
en schuw de kreken: als diepzeeën zijn ze waar geen zonlicht in doordringt
De natuur krijgt een prominente plek in jouw bundel. De ezel bijvoorbeeld die onverstoorbaar langs de oevers zwerft. Hoe persoonlijk zijn jouw gedichten?
Mijn gedichten zijn persoonlijk, immers ik put uit mijn eigen referentiekader. Ervaringen, ontmoetingen, toevalligheden. Zomaar iets wat me raakt. De natuur blijft verwonderen. Respect voor de natuur is een gegeven.
Hoe koppig is Dinie? Waarom koppel je koppigheid aan geduld en deemoed?
Of ik op die ezels lijk? Toch wel denk ik, nu je het vraagt. Ga door met wat ik denk wat goed is (beetje koppig ). Dan moet je geduldig zijn want niets gaat meteen zoals je wilt en ook wel deemoedig want je hebt de wijsheid niet in pacht. Wellicht heeft dit laatste te maken met mijn Calvinistische achtergrond waar nederigheid een groot goed is.
Een egel heeft twee wapens. Hij zet zijn stekels uit waardoor hij onaanraakbaar wordt en hij houdt zich voor dood. Vaak worden dieren in gedichten gebruikt om iets te zeggen over mensen. Hoeveel ‘egel’ vind je bij jezelf terug?
Stekels zet ik niet snel op. Ik kan me wel stil houden als mensen te dichtbij komen. Het blijft oefenen om open en kwetsbaar te zijn. Maar iemand die goed kijkt ziet wel dat achter die façade iets beweegt. Zoals die dode egel wordt gezien.
Tot slot
Wat ligt er nog voor de boeg het komende jaar en de jaren die volgen?
Wat staat er bovenaan de verlanglijst?
Er staat eigenlijk niets bovenaan mijn verlanglijstje; ik heb ook geen bucketlist. Ik zoek verdieping, geen verbreding. Ben nu bezig met wat zintuiglijkheid met je doet. Heb al enkele gedichten geschreven over gehoor en reuk en ik hoop inspiratie te vinden hiermee verder te kunnen.
Dank Wim voor je interesse.
Bedankt Dinie
gedichten
vragen: Wim Vandeleene