Marcherend over ijskappen en gletsjers,
door wouden en woestijnen
verzamelen zich de feiten tot een leger
op weg naar steden waar ze,
neergeplant aan ronde tafels,
rapporten vreten en berekenen
hoeveel toekomst er nog is.
Want feiten groeien, worden dik en vet
tot ze uit alle ramen puilen,
voor iedereen te kijk.
Ook voor het meisje met het bord
dat naar hen opkijkt vanop straat
en vraagt hoe laat het is.
Nu wordt het stil onder de feiten,
verlegen schrapen ze nog wat cijfers
bij elkaar, lopen de trappen af en vliegen
weer naar huis, tot volgend jaar.
Het meisje denkt: ik schreeuw,
ik schreeuw de wereld bij elkaar.
Een kind, schoolplichtig nog.
Het spijbelt maar.