hij wil ballast uit zijn hersenen wissen
zoals je een harde schijf opschoont
losse brokjes informatie
herschikt in een logisch verband
aaneensluitende sectoren op een schijf
een reboot zonder gegevensverlies
met de denkkracht van een zeventienjarige
de kennis van een man van zevenenzestig
helder zien in de kwantumfysica
onderhuids schokken woordwolken
als continenten tegen elkaar
barsten uit in een stalen stroom van taal
schaduwen in de grot ingeruild
voor een eeuwenoude lichtstraal
uit de randen van het universum
in de schaduw van een winterochtend
verbijt hij versteende woordbrokjes
kauwend als op leerachtig vlees
geen beeld van een onzichtbare band
geen engel, geen paradijs
geen kosmisch inzicht in handbereik