Vandaag draagt hij de stilte.
Zijn taal is wit. Wat hij begrijpt,
wordt voortaan onuitsprekelijk.
Hij is de geschiedenis
van zijn boodschappen en weet:
hij is een blank geluid.
Elk lichtsymbool is een ontsluiering:
de zwakke klanken in de duisternis
verglijden en verdwijnen dan.
En ieder recent woord uit vreemde
arsenalen creëert slotakkoorden
voor een tastend leven.
Aldus is hij de Zwijger van zijn taal.
Men hoort hem niet, geluiden
breken in zijn mond.
Ontdooid, o toon, zo kwetsbaar,
de stilste is de langste klank.