In gesprek met Philip Hoorne
Over muurkunst, de weg naar het beestdom, de revolte van de hersenloze barbaren en de afschaffing van de kinderbijslag.
Naast dichter, bloemlezer, recensent bij Roer, jurylid in wedstrijden en oprichter van het Poëzieatelier van Avansa, ben je ook fotograaf. Hoe zou je jouw fotografie omschrijven? Ik zie er wel wat surrealisme in. Werk je aan reeksen? Ben je daar al lang mee bezig? Hoe is dat ontstaan? Is er een wisselwerking tussen fotografie en poëzie?
Mijn foto’s zien eruit als schilderijen. Net als in mijn poëzie werk ik niet in reeksen. Elke foto staat net zoals elk gedicht op zichzelf, maar als je alles samenvoegt krijg je wel een uit losse delen bestaand geheel, waarbij dat geheel wel iets zegt over de maker. Dat geldt vooral voor mijn poëzie, minder voor mijn fotografie.
Ik heb mijn poëtische thema’s al schrijvende ontdekt. Als in nu terugblik op mijn zeven bundels, dan zie ik waarover ik wilde schrijven. Dat wist ik niet vooraleer ik eraan begon. In mijn foto’s is het eigenlijk net zo. Ik neem een beeld en ga ermee aan de slag.
Een klassiek fotograaf maakt een beeld dat zo goed mogelijk uit de camera rolt en maakt het in nabewerking ietsje beter, maar het blijft wel heel herkenbaar dat beeld. Ik ga met een beeld vele kanten uit dankzij fotobewerkingsprogramma’s waar ik allerlei toeren mee uithaal. Het doel is louter esthetisch. Het is muurkunst. Ik heb niet de behoefte om iets te vertellen met mijn foto’s.
In mijn poëzie is dat anders. Ik houd de lezer een spiegel voor, maak de dingen grotesk, vervorm de wereld, voeg een scheut absurditeit aan het leven toe om het draaglijker te maken.
Over poëzie bestaan veel bloemrijke definities. Vaak uiteenlopend. Alsof het quasi onmogelijk is de poëzie zelf te beschrijven. Ik geef er drie. Jij mag jouw voorkeur geven en zeggen waarom.
Poetry is extreme fiction
Wallace Stevens
Poetry is an echo asking a shadow to dance
Carl Sandburg
If poetry comes not as naturally as leaves to a tree,
it had better not come at all.
John Keats
Het zijn drie definities waar ik me niet in kan vinden. Poëzie is geen extreme fictie, komt niet even natuurlijk als bladeren aan een boom, en dat van die echo is al helemaal flauwekul.
De definities van de poëzie zijn niet aan jou besteed. Over naar 3 gedichten uit eigen werk. In het gedicht Koeman verlangt de ik-figuur in de trein naar het bestaan van een koe die hij ziet in de weide. Het deed me denken aan dat gedicht van Achterberg. De dichter is een koe.
Gras… en voorbij het grazen
lig ik bij mijn vier poten
mijn ogen te verbazen
Maar jouw gedicht lijkt me ook een gedicht over vergeten (worden).
Hoeveel koe schuilt er in de man Philip Hoorne?
Het gedicht gaat over persoonsverwisseling. Waarom ben ik de man in de trein en is die koe de koe in de wei? Dat had toch net zo goed omgekeerd kunnen zijn. Het is een gedicht over empathie. Over escapisme. Over de zinloosheid van het leven.
Ik laat de koe winnen. Op het einde van het gedicht ben ik de koe die vol medelijden naar mezelf, de man in de trein, kijkt. Maar uiteindelijk verliezen we allebei. De koe zal eindigen als stront, na een tussenstation als steak, en de man zal eindigen als as in een urne of als maal voor de wormen. Er zijn in het leven geen winnaars. Moge dat een les zijn voor iedereen die meent dat hij of zij het middelpunt van de wereld is.
Darwin vormt het onderwerp van een gedicht, uit jouw laatste bundel Het dikke meisje en de ziener.
Niet is nog heilig
zelfs de wetenschap niet.
Overleven is wat telt
Is dat zo? Is alles ontheiligd en ontrafeld? Hoe sta je daar tegenover?
Op het einde van het gedicht nodig je de mensen uit om te knielen en te kruipen.
kniel en steun op je handen
breng rechterhand en linkerknie naar voren
vervolgens andere hand en andere knie
herhaal die beweging en houd er nooit mee op
Een oproep tot achteruitgang? Betekent dat ook dat de vooruitgang niets opgeleverd heeft?
De boodschap van dit gedicht lijkt mij helder. De mens heeft het toppunt van zijn beschaving al een tijd geleden bereikt en is op de weg terug van het mensdom naar het beestdom.
Hoe langer hoe meer mensen kennen de waarden en normen die onder andere door religie worden uitgedragen niet meer, en geloven ook niet meer in de wetenschap. Veel mensen geloven alleen nog in hun eigen navel. Ze hebben geen God nodig, ook geen kennis of cultuur. Domheid is hip geworden. Tegen alles zijn, alles verwerpen, geloven in hocus pocus, daar scoor je tegenwoordig mee.
De wereld gaat naar de kloten, daar gaat het gedicht ‘Darwin’ over. Ik ben 57 jaar oud, ik zal de revolte van de hersenloze barbaren misschien niet meer meemaken, maar hun aantal stijgt elke dag, en we weten allemaal wat de kracht van het getal kan aanrichten. De bestorming van het Capitool zal mogelijk in de geschiedschrijving komen als het begin van het einde van de Westerse beschaving.
Tot slot een nieuw gedicht. Sujet. Waarin je jezelf helemaal binnenstebuiten keert.
Niet wat we meteen verwachten van de dichter Hoorne.
Een verlegen man, een verwerpelijk sujet?
Maskeer je de schuchtere aard met wat je schrijft?
Ik was als kind heel schuchter en verlegen. In wezen ben ik dat nog. In nogal wat gedichten etaleer ik branie. Is dat een tegengewicht voor mijn schuchterheid? Gedraag ik me in sommige gedichten nogal assertief omdat ik in het gewone leven een ordinaire, goeiige burgerman ben? Ik denk het wel.
We hebben allemaal een engel in ons en een duivel. Ik zal de duivel in mij waarschijnlijk mijn hele leven lang onder de knoet kunnen houden omdat ik een degelijke opvoeding en uitstekend onderwijs heb genoten. Ik heb een normen- en waardenpakket meegekregen en leef daarnaar.
Je staat ook wel bekend om je zwarte humor. Is humor ook een manier van overleven?
Mijn poëzie wordt veel te vaak vastgepind op die humor. Ik heb nog nooit een gedicht geschreven met het doel humoristisch te zijn. Ik heb veel lieve, zelfs tedere gedichten geschreven. Die krijgen minder aandacht dan het harde, cynische werk. Maar ik heb zelf aan dat imago meegewerkt. Ik wilde blijkbaar gezien worden als een stoere jongen en niet langer als een schuchtere schijtbroek.
En poëzie mag best een rock ’n roll-gehalte hebben. Poëzie mag, moet, intelligent geestig zijn. Er bestaan massa’s duffe gedichten, gedichten waarbij ik niks voel of denk of ervaar, gedichten waarbij ik mijn schouders ophaal, waar ik mijn ogen aan verslijt. Ik wil niet aan die onmetelijke hoop saaie, wollige dufheid bijdragen. Ik heb een poëtische stem gevonden die uniek is. Lezers die mijn werk leren kennen, zijn er doorgaans tuk op. Dat doet mij veel plezier.
3 citaten
We schotelen je drie citaten voor van schrijvers.
Waarop jij een antwoord mag geven.
De enige manier om een kind geen pijn te doen, is het niet verwekken.
Herman Brusselmans
Iedereen mag zomaar een kind verwekken, maar om een visje uit een vijver te hengelen moet je een vergunning hebben. Ik ben een voorstander van het aan banden leggen van het recht om kinderen te verwekken. Sommige mensen zijn niet in staat om die op te voeden. We moeten dat die mensen bijbrengen, of hen althans over hun kinderwens doen nadenken, het hen afraden. Maar probeer dat maar eens ethisch uit te werken, niet simpel, om niet te zeggen zo goed als onmogelijk.
Een cursus voor koppels die een kind willen, waarom niet? De voordelen afwegen tegen de nadelen. Mensen zijn daar perfect toe in staat als ze op huizenjacht zijn, maar voor een kind vinden ze dat niet nodig. Terwijl je een huis terug van de hand kunt doen, een kind heb je voor het leven.
Ik ben ook een koele minnaar van kinderbijslag en andere kindvriendelijke maatregelen. Het zou omgekeerd moeten zijn. Wie een extra mens op de planeet zet, moet daarvoor betalen. We zijn op deze bol met meer dan genoeg momenteel. Stel dat er een virus komt dat er echt stevig inhakt en de mensheid flink uitdunt, dan zal er misschien een tijd komen dat er terug volop mag verwekt worden.
Een mens wordt verliefd op een gebrek.
Het is het gebrek dat ontroert, het zien van de wonde
door het masker heen, dat week maakt.
Arnon Grunberg
Grunberg is een uitermate verstandige kerel. Alles wat ik van hem heb gelezen, bevalt mij zeer. Hij heeft volkomen gelijk.
Helemaal akkoord. Maar ik ben eigenlijk niet dol op al die zogenaamd slimme uitspraken over het leven. Het leven is dit, het leven is dat...
Wat ligt er nog voor de boeg in 2022 en de jaren die volgen?
Hoe ouder je wordt, hoe sneller de tijd vliegt. Dat is haast niet te geloven. Het is beangstigend hoe snel de weken, de maanden, de seizoenen elkaar opvolgen. Ik heb niet langer de ambitie van de jongeling, maar ook niet de berusting van de hoogbejaarde. Ik heb al van voor corona een nieuwe dichtbundel klaar, maar ik heb geen haast om die te brengen.
Ik heb vorig jaar binnen het bedrijf waar ik al heel lang werk een carrièreswitch gemaakt, die mij bijzonder goed bevalt. Ik schrijf nu ook beroepshalve en doe redactiewerk en copywriting. Het is heel fijn dat ik dat voor de laatste jaren van mijn beroepsloopbaan nog mag meemaken.
Eigenlijk is er maar één graadmeter voor geluk. Wie ’s nachts zorgeloos kan slapen is een gelukkig mens. Wat die mens dan overdag doet, taarten bakken, plinten zetten of boeken schrijven, maakt verder niets uit. Maar als je iets doet, doe het dan goed. Ik heb een hekel aan middelmatigheid, aan prutsers die tevreden zijn over hun prutswerk en vinden dat de lat niet altijd hoog moet. Het is niet omdat de mens ooit dood gaat, dat hij niet elke dag zijn stinkende allerbeste best moet doen, voor de anderen en voor zichzelf.
lees de gedichten:
interview: Wim Vandeleene