vanwaar mijn fascinatie
voor iets futiels
als paraplu’s
als er regen op valt
’s avonds in een stadslandschap
en hoe zij bewegen
over pleinen door een steegje
waar dan het naamloze verhevigt
terwijl hun kleur het opneemt
tegen neerslag boven glimmend asfalt
of op een prent van Hiroshige
‘Onverwachte regenbui op de Shin-Ohashi brug en Atake’
waar de boog van het scherm
voor de mens en de gestage
schuinte van de regen
ons zijdelings laat kijken
naar het bewegen boven diepte
in een durende balans
hoe bij een plotse windvlaag
de onzekere beschutting zich omkeert
ons gelaat naakter toont