Ik ben niet langer wachter van de zee
maar prooi in het bellennet
verstrikt in een trage verticale dans
een op hol geslagen sonar
in de greep van het duister
Ik hang niet meer vast aan klanken
verlaat de plek die zingt, de bloei van het water
hoe dieper ik duik, hoe meer zwaarte naar binnen lekt
echo’s geven geen klik meer
Op deze diepte draagt enkel mijn huid nog
mijn verhaal, lezen inkervingen als braille
daaronder kraken ribben, krimpen luchtkamers
scheurt een oeroud geheugen uit membranen
Een nieuwe wereld kruipt mijn lichaam in
met het diep geduld van water
geef ik de oceaan haar vorm terug