Samen met Poets for the Planet vormen de klimaatdichters één front. Mag het gezegd dat het koraal verbleekt en de oceaan verzuurt? Dat we dagelijks een soort van de lijst schrappen en onze longen opstoken?
Mag het gezegd dat het smeult onder onze voeten, dat een hittegolf in de tropen en niet in de toendra thuishoort? Dat het permafrost naar methaan ruikt en de tijgermuggen naar het noorden vliegen?
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
[...]
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
(Remco Campert)
De voetafdruk van een woord is nul en poëzie is eerder een kleine daad dan een groot woord. De klimaatdichters willen iets in gang zetten met debatten, publicaties en evenementen. Ze zingen over wat behouden blijft en razen over wat verloren ging. De klok telt af. Ze plaatsen één missie voorop: herstel. Mag het gezegd dat achteroverleunen en toekijken niet voldoet? Zwemlessen voor later is hun antwoord op de vraag die ze aan zichzelf en aan een ander stellen. De kleine daad maakt een groot verschil.
De bundel, uitgegeven bij uitgeverij Vrijdag, is een pleidooi voor omwenteling. De opbrengst gaat naar One World Tree Planting, een netwerk van klimaatactivisten die lokale projecten uitwerken en steunen, fondsen werven en de lokale economie uitbouwen. Ze planten bossen aan en zorgen voor een overgang naar voedselbosbouw. One World Tree planting heeft enkele projecten lopen in Oeganda maar wil dit in de toekomst ook uitbreiden naar andere landen.
Verzet begint met kleine daden, zoals brede rivieren / met een kleine bron / verscholen in het woud.